“Als iemand weet hoe je een verhalenmachine aan het werk moet zetten, is het Trump wel. Iedere dag start hij op twitter wel weer met een nieuw narratief. En je hebt werkelijk geen idee hoe dat weer af gaat lopen.” Theo Hendriks – schrijver van het boek Change the Script en deze week onze gastdocent – windt er geen doekjes om. Om Trump kan je verhaaltechnisch niet heen. Of je hem nu mag of niet.
Maar ook Theo zelf kent de kneepjes van het vak. Hij neemt ons mee op zijn blind date. In Zandvoort staat – naar later blijkt – de vrouw van zijn dromen te wachten. Al dagen kijkt hij er ernaar uit. Maar dan gaat er iets mis, iets goed mis. Toch zet hij alles op alles om op tijd in Zandvoort aan te komen.
We staan aan. Dat is duidelijk. Voor Theo tijd om met zijn verhaal de techniek van storytelling eens in te duiken. Welke tools heb je nu in handen om van een min of meer aardig verhaal echt een weergaloos verhaal te maken. Vijf tips van Theo om mee te nemen:
1. Besteed echt aandacht aan je hoofdpersoon. Zorg ervoor dat je publiek in de huid van die persoon gaat zitten. Je moet ervaren wat de held denkt, voelt of doet. Een persoonlijkheid met ook een scherp randje. Zet ‘m duidelijk neer zodat je je als het ware met hem of haar gaat vereenzelvigen.
2. Er moet is gebeuren! Zonder dilemma’s of verstoringen kabbelt een verhaal maar voort en haakt je publiek af. Ga op zoek naar conflicten. Maar wel met een belangrijke kanttekening. Maak het niet te groot. Dan wordt het al snel ook wat abstracter. Ga op zoek naar het het moment waar het publiek zich iets bij kan voorstellen, waar het publiek in opgaat. Als het gevoel van spanning letterlijk en figuurlijk wordt ervaren, dan zit je goed.
3. Maak gebruik van een logline. Schrijf van tevoren een soort van samenvatting uit. Een alinea waarin je exact weergeeft wat er in jouw verhaal gebeurt en wat er voorgoed verandert. Van belang om de woorden van Robert McKee (een bekende adviseur op het gebied van verhalen uit de VS) te benoemen: in ieder verhaal moet er sprake van een ‘Irreversible Change’. Het blijft niet zoals het was. Je komt thuis met een inzicht.
4. Heb je je logline, vertel dan verder scenes. Deel op, dat geeft focus en daarmee houd je je verhaal ook eenvoudig.
5. Spreek tot de verbeelding. Organisatietaal is abstract. Maak gebruik van woorden die een concreet beeld oproepen. jij en je publiek moeten de situatie direct voor zich kunnen zien.
Vijf tips, maar er zijn er natuurlijk nog veel meer. In het boek van Theo tref je ze aan. Ga ernaar op zoek en …. ‘Change the Script’!